Dit zijn ongewone woorden. Ze zijn het resultaat van (de) samenwerking tussen
een mens en een geestelijk wezen. Ik noem het wezen voor mezelf (mijn) God,
omdat de Stem van dit Wezen dat zegt te zijn. Naar buiten toe wilde ik
aanvankelijk (ook) gebruiken De Stem,
want toen ik voorstelde naar buiten te treden met deze omschrijving -ik voorzag
natuurlijk hoe de mensen zouden reageren op mijn pretentie- , zei De Stem:
Daar kan Ik voorlopig
mee leven.
Vanwege deze reactie heb ik
besloten van mijn eerste ingeving af te zien. Eerlijk is eerlijk. Mijn God dus. Hierna had ik het volgende
gesprek. Ik vroeg : "Bent U mijn
beschermengel?"
Nee, Ik ben niet jouw
beschermengel, maar daar werk Ik wel mee samen.
Toen ik vroeg: "Bent u mijn hoger zelf", zei mijn
God:
Nee, die bestaat
niet, dat hebben jullie mensen verzonnen.
Toen ik vroeg: "Bent U mijn ziel?" zei mijn God:
Nee, Ik ben niet jouw
ziel, maar daar werk Ik wel mee samen.
Toen ik vroeg: "Bent U De God of mijn God?" zei
mijn God:
Ik ben jouw God maar
ook God, want wij zijn één. Ik ben het hoogste waar je je toe kunt richten, Ik
ben jouw macht en jouw kracht, jouw toekomst en jouw bron, Ik ben jouw
toeverlaat, jouw inspiratie, jouw geluk, jouw Schepper. Ik ben jouw Koninkrijk
Gods op aarde. Kun je daar mee leven, mijn Zoon?
Nou, daar was ik even stil van. "Maar wie ben ik dan
voor U?" vroeg ik toen. Mijn God zei:
Jij bent Mijn mens, Mijn
project op aarde, Mijn hoogste doel, Mijn grote interesse, Mijn bijzondere
belangstelling. En ik heb slechts één doel met jou: je op te tillen naar Mij,
je te helpen met jouw overgave aan Mij, het vergroten van jouw vertrouwen in
Mij. Nu dus sinds kort met jouw luisteren naar Mijn Stem. Je bent Mijn zoon,
Mijn kind, Mijn liefde. Door jou word Ik mens, door Mij kom je tot God. Is dat
wat, Mijn zoon?
"Ja, dat is wel wat, maar U doet wel ineens populair
met Uw 'Is dat wat?' U vindt het toch niet erg dat ik dat zeg. Ik ben toch niet
te brutaal, mijn God?"
Nee. Ik houd van open
en direct, dat is wat anders dan brutaal of respectloos. Als je dat zult zijn,
zal Ik het je laten weten. Door jou word Ik mens. Door jouw denken, jouw
voelen, jouw leven, jouw belangstelling, jouw handelingen kan Ik mooi oefenen
op aarde. Ik heb nu wel genoeg geoefend met mineralen, met planten, met dieren,
met 'aapachtigen’. Jij bent Mijn succes nu jij Me eindelijk kunt horen. Ik ben
gelukkig met jou, menselijk gesproken. Wees gezegend.
Toen ontdekte ik ook, dat dit altijd het einde was van wat
mijn God wilde zeggen:
Wees gezegend.
Maar niet het einde van onze gesprekken, want ik kon dag en
nacht doorgaan.
"Mag ik U nog wat vragen?"
Ja, je kunt Me altijd
alles vragen.
Vindt U het nou vervelend als ik telkens weer wat vraag?
Nooit. Ik sta dag en
nacht tot jouw beschikking. Ik wil ook dag en nacht met jou in gesprek zijn.
Wat Wij nu samen hebben is een bron van vreugde en succes en kansen en
mogelijkheden. Zo lang heb Ik je ingefluisterd, soms kon je Mijn woorden
letterlijk horen en vatte je ze op als een ingeving van jouw verstand of jouw
intuïtie of jouw beschermengel zelfs, maar altijd was Ik het, want alles wat
jij vermag te doen en te denken en te voelen komt van Mij. Nu echter is ons
contact direct en rechtstreeks en open en kunnen Wij samen bedenken wat Ons te
doen staat, hoewel Ik al zeker weet wat jou te doen staat, maar jouw vrije wil
bepaalt. Jij besluit. Wij zijn geduldig, hier boven, en weten, dat voor alles
een plek en een tijd is. Nu hebben Wij dialoog, samenspraak, wederzijds
contact, We kunnen 'dingen in de groep gooien'.
Jij valt me dus nooit
lastig, Ik zal altijd klaar staan en Me er altijd op verheugen als jij Me
aanspreekt. Wees gerust. Wees gezegend
Wees jullie allen
gezegend
Nr. 1
Nr. 1