Translate

zondag 18 november 2018

De verschrikkelijke spijt van een atheïst na zijn fysieke dood




Ik zou U willen vragen.
Ik heb in de loop van mijn leven geleerd om als gelovige veel respect te krijgen voor atheïsten. Het is een eigen levensweg met veel kwaliteiten. Het gemakkelijke oordeel van gelovigen over ongelovigen is oppervlakkig en onterecht.
Tsja, welk oordelen is wel terecht overigens.
Nu mijn vraag: ze missen wel de inzichten en het vertrouwen door een geloof in het eeuwige leven geboden en als zij overleden zijn, komen ze toch tot de ontdekking dat ze zich vergist hebben en Uw bestaan in hun leven hebben ontkend. Zou U hier  iets over willen zeggen?

Dat doe Ik.
Laten We het leven beschrijven van zo iemand.
Ik neem nu bewust een man, omdat er toch meer ongelovige mannen dan vrouwen bestaan. Vrouwen luisteren zelfs in geëmancipeerde landen toch iets meer naar hun intuïtie, de signalen uit hun hart en zijn meer in staat dan mannen om niet alleen maar prat te gaan op hun eigen  denkvermogen. Maar er zijn natuurlijk ook veel ongelovige vrouwen, laat dat gezegd.

Voor de dood
We verhalen over het waargebeurde leven van een ongelovige man dus. Hij was een goed mens op aarde, iemand die rekening hield met zijn medemens. Hij hield van zijn vrouw, die jaren eerder is overleden dan hij, hij heeft lang en oprecht getreurd als weduwnaar en tegelijkertijd de draad van het leven goed opgepakt. Hij hield van zijn twee kinderen, van zijn werk, van zijn hobby’s. Hij was geïnteresseerd in politiek en literatuur en speciaal begaan met de teloorgang van de natuur. Hij was een voorvechter van de zorg om de natuur. Ik noem dit speciaal omdat hij mede bewust en rustig overging naar het eeuwige leven, dus dankzij grote prestaties op het vlak van liefde en zorg voor iets anders dan zichzelf. Alles verliep ook goed omdat hij geen dramatische verslavingen had. Eigenlijk een mooi mens.

Maar hoed je voor de hond.
We laten even rusten waarom hij een fervent atheïst is geworden, dat is onderwerp voor een andere blog ooit. Maar atheïst was hij en hij vertrouwde erg op zijn eigen denkvermogen meer dan op dat van anderen.
We gaan even terug naar twee voorvallen in zijn leven, twee markante momenten, die na zijn dood een grote bijdrage zullen leveren aan zijn bittere spijtgevoelens. Want dat is het onderwerp van deze blog, de spijtgevoelens na de dood van een ongelovig iemand.

Voorval 1
Zijn vrouw sterft  na een lang en pijnlijk ziekbed. De botkanker maakte dat zijn vrouw zeer geleden heeft. Als zij sterft zit hij aan haar bed en heeft groot verdriet, is zeer ontdaan over haar lijden en worstelt zeer  met de gedachte  dat zij opgehouden is te bestaan. Hij is boos op het leven en het lot. Haar lijden was teveel voor hem om te aanschouwen en het zal nog jaren duren voordat hij dit lijden een plekje heeft gegeven.

Voorval 2
Zijn (hun) oudste zoon krijgt na vele jaren zoeken eindelijk de baan van zijn leven en trakteert zijn vader en zijn zuster op een etentje. Het diner is zeer mooi en zij drieën vieren de liefde en warmte die er tussen hen is en de blijdschap over de grote carrièrekans voor de zoon. De vader lijdt zeer onder de afwezigheid van zijn overleden vrouw en verzucht toch op een bepaald moment hoe spijtig het is dat hun moeder dit niet mee kan maken. De beide kinderen reageren meewarig want willen eigenlijk de sfeer niet drukken door zijn mijmering. Jongeren kunnen zich over het algemeen beter over de dood heen zetten dan ouderen. En daarnaast houden ze allebei rekening met de mogelijkheid dat hun moeder het ergens wel zal meemaken. Ze zijn beide niet kerkelijk maar geen bewuste atheïsten, ze geloven wel wat.

Na de dood
Na zijn overlijden gaat de man bewust over. Zijn grote hart, zijn liefde voor het leven, zijn gezonde en mooie levensstijl zonder verslavingen maken dat hij bijna moeiteloos overgaat. En niet zoals veel ongelovigen overkomt beland in een coma-achtig bestaan waarin ze als het ware in droomstaat langzaam gewend raken (met veel hulp) aan het feit dat er leven is na de dood. Want dit past niet in hun mening en wordt dus ontkend. Wat is de mens goed in het niet willen zien wat er toch is.
Deze gewenningsfase aan iets wat niet past in hun “wereldbeeld” kan lang duren soms.
Onze man is dus vrij snel weer helder en diep diep diep verrast als recht voor hem de allermooiste en jongere variant van zijn dierbare vrouw staat die hem met liefde en met de grootste glimlach mogelijk omhelst. Hij kan het toch verwerken want hij had altijd een open hart en open geest, behalve dan wat betreft dat leven na de dood dingetje.
Na enige tijd waarin zijn vrouw mag optreden als begeleider en gids mag hij terugblikken op de twee bovengenoemde voorvallen. Dit terugblikken is zeer belangrijk omdat hij hevig lijdt aan intense spijtgevoelens dat hij een zo intens belangrijk gegeven van het leven ontkende, namelijk niet alleen het bestaan van een leven na de dood, maar nog meer het bestaan van God en Diens werken in  de mans leven op aarde. Om zijn intense spijtgevoelens goed te  beoordelen en een plek te geven moet hij deze belangrijke voorvallen meemaken maar dan zoals het werkelijk ging en niet zoals hij dacht dat het was.

Voorval 1
Hij krijgt het nu aldus voorgeschoteld.
Zijn vrouw gaat mede door haar intense lijdensweg heel bewust over, maakt onmiddellijk en zonder verbazing contact met haar geestelijk begeleider en wordt bevestigd in bijna alles wat ze al verwachtte: een prachtige bevrijding, een gezond geestelijk lichaam, een heerlijk nieuw leven van ruimte, vrijheid en geluk en een groot besef van de betekenis van alles of tenminste  van de ook mooie gevolgen van dit verschrikkelijke lot aan het eind van haar leven. Ze probeert in de hele periode erna haar man te bereiken, te troosten en te steunen en dat lukt natuurlijk zeer, alleen zonder dat hij dit beseft en dit weet.
Wanneer hij geconfronteerd wordt met hoe het werkelijk ging, zijn zijn lijden en spijt zo groot, dat het hem bijna teveel wordt. Hij ziet al het werk van zijn overleden vrouw en hoe hij het veronachtzaamt, negeert en ontkent. Hij ziet de machteloosheid van zijn vrouw als ze naast hem staat op een avond dat hij overmand werd door verdriet en eenzaamheid, en ervaart zo’n verschrikkelijke spijt dat hij dit alles niet heeft willen en kunnen ervaren. Het zal hem nog vele jaren in het geestelijke leven kosten voordat hij zonder diepe schaamte en met meer begrip en liefde kan kijken naar deze eigenwijze atheïstische onwetendheid.

Voorval 2
Op de avond van dit dinertje is zijn vrouw er in de geest bij, deelt in hun blijdschap en ziet dat beide kinderen niet al te zeer lijden onder haar afwezigheid en ergens onbewust aanvoelen dat ze erbij is. Haar afwezigheid tijdens het dinertje door haar overlijden lang geleden drukt hen niet eigenlijk. Maar haar man. Ach, zijn pijn en verdriet om dit waanidee dat zij dit niet mee mag maken, terwijl ze naast hem staat en op hem neerziet. Ze raakt met haar hand zijn voorhoofd aan, maar dit vergroot nog eens zijn beeld dat zijn vrouw, zo intens in herinnering gebracht door deze aanraking er niet bij is. Fysiek en gevoelsmatig lijkt ze aanwezig, maar hij koestert zijn denken dat ze dood is en lijdt zeer onder dit besef.
Zo in deze terugblik na de dood ziet hij het verdriet in de ogen van zijn vrouw, die er alles aan doet om zich kenbaar te maken, en ziet zijn starre en onware denkwereld. Zijn spijt is speciaal rond dit voorval overweldigend.

We kunnen dit aangrijpende en waar gebeurde verhaal afronden. Uiteindelijk groeit hij in de geest over deze spijt heen, gaat zien dat zijn atheïsme ook veel goeds gebracht heeft en raakt uiteindelijk verzoend met alles wat is gebeurd. Ook met zijn virulent atheïsme op aarde.
Maar bij  tijd en wijle in de eeuwigheid vliegen hem zijn onwetendheid en waanwijsheid en de gemiste kans op aarde om met zijn vrouw in de geest samen te leven ook na haar dood aan. Het zij zo, wat was kan niet uitgewist.
Hij is gezegend.

Wees jullie allen gezegend

Nr. 438