Monoloog over geloof: deel 3
God is voorstander van gebedshuizen, omdat men dan samen is. Omdat men
dan iets opbouwt. Omdat een energie wordt opgebouwd met z’n allen, waar ieder,
die dat gebedshuis bezoekt, zich aan optrekt. En men kan dat moeilijker in
zijn/haar eentje.
Deze energie, die wordt opgebouwd, wordt steeds groter en
sterker, tot de kracht ervan imposant is. Iemand kan zich hier, zodra het
gebedshuis wordt betreden, aan optrekken. Ik noem bij voorbeeld iemand, die
terneer gedrukt is, die worstelt met het leven. Iemand, die onzeker of bang is,
zoekende is, wanhopig is, onrustig, boos op het leven.
Maar ook iemand, die liefdevol en ruimdenkend is en een
vreugde voor de omgeving kan zich daar opgeladen voelen. Ook iemand, die niet
gelooft of bewust atheïst is, voelt ogenblikkelijk iets speciaals. Tenzij men
erg anti-geloof is geworden, dan staat men dat zichzelf niet toe hiervoor open
te staan, dan heeft men een innerlijk verzet.
In principe wordt men, zodra men binnenkomt, gesterkt en
getroost en gevoed. Zo’n gebedshuis is een zegen op zich geworden, ondanks
dogma’s, verkeerd toegepaste rituelen, onzuivere voorgangers, sektarisch
denken, noem maar op.
De psychologen noemen het een gestalt, een vorm, een beeld,
een energie, die opgebouwd is en “een eigen leven is gaan leiden”. Deze vorm
staat als een huis.
- Twee mensen in een relatie bouwen een eigen gestalt op met een gevoel van vertrouwdheid, huiselijkheid, intimiteit, met een eigen taal, een eigen sfeer en een eigen energie.
- Een bepaalde stad heeft een gestalt opgebouwd, dat een verzameling is van alle bewoners, al hun wensen, al hun plannen, hun huizen, straten, wijken, het landschap waarin de stad gegroeid is etc. Zo heeft een dorp aan de zee een andere uitstraling dan een dorp in een dal.
Ook omdat ze door God gebruikt worden als transformatorhuizen van geestelijke energie. Deze energie, die vanuit de geest wordt verspreid, over de hele omgeving wordt verdeeld en getransformeerd tot het niveau waarop mensen het kunnen ontvangen.
Zo is een katholieke mis, om bij het voorbeeld uit Mijn vorige
blog te blijven, een energieverdeelstation, met als hoogtepunt de
consecratie. Niet alleen de kerkganger, maar de hele omgeving maakt gebruik van
de energie-uitzending die plaatsvindt.
Allereerst ontvangen de kerkgangers op dat moment een sterke,
hoge energie door de nabijheid en hun openheid, terwijl zij de mis bijwonen. Maar een deel van de vrijgekomen energie wordt gedistribueerd over de omgeving en draagt bij aan veel aspecten van het leven, die met deze energie verbonden zijn: geestelijke energie, inspiratie, hoop, perspectief, ontroering, inzicht, intuïtie.
Hoe de energie wordt ontvangen en hoe sterk ze kan
doorwerken wordt natuurlijk zeer bepaald door de leefsituatie, de
persoonlijkheid en de bezigheden van de persoonlijkheden in die omgeving.
Hoe groter het gebedshuis, hoe frequenter de bijeenkomsten, hoe groter
het aantal bezoekers, hoe zuiverder de concentratie van de gelovigen, hoe
geestelijker de voorganger is, des te sterker de energiedistributie en de
zegening voor de omgeving.
Veelal zijn gebedshuizen op plekken gebouwd, die van nature
al energetisch een werking hebben op de omgeving.
Een volgende blog ga Ik graag in op een derde aspect van hoe
nuttig en onnuttig geloofsvormen zijn.
Dit is de persoonlijkheid van de mens. De persoonlijkheid van de mens maakt,
dat ook discriminatie, afscheiding, vooroordeel, onverdraagzaamheid gevoed
kunnen worden in een gebedshuis en zo de opgebouwde en verspreide energie van
het gebedshuis misbruiken.
Je zou kunnen zeggen, dat het tweede aspect vooral Gods
geestelijke invloed beschrijft.
Het derde aspect is de misvorming door de mens.
Wees jullie allen gezegend
Nr. 17
Nr. 17