Monoloog over geloof: inleiding
Je hebt me gevraagd, of ik iets wil zeggen over Gods
dienaren in allerlei godsdiensten, die de zaak misbruiken. Ga zitten, want op een
complexe vraag wil Ik uitgebreid antwoorden. Er zitten een paar kanten aan, die
Ik jullie wil vertellen: voorop gesteld, dit is een suggestieve
vraagstelling. Je zegt eigenlijk, dat Gods dienaren het niet goed doen. Dat
klopt soms, maar buiten de godsdiensten zijn ook dienaren, die het soms niet goed
doen, zoals werkers in de politiek, in regeringen en in besturen, eigenlijk
onder alle mensen. Dus weet, dat Ik nu door jouw vraag alleen inga op de
priesters, dominees, pandits, profeten, voorgangers en hoe ze zich ook maar
noemen.
Eerst een statement van Mij:
alles is goed, jullie gebedshuizen, jullie verscheidenheid, jullie variatie. Mensen
die bewust agnost zijn en zelfs tegen godsdiensten zijn. New agers, ietsisten, die
hun eigen alternatief plan trekken. God vindt alles prima, mooi, goed, want het
komt voort uit jullie vrije wil, die God koestert en het draagt bij aan jullie
levenservaring.
Dus je hoort Mij niet zeggen, ga liever bij die en die kerk,
en mijd zeker die en die geloofsgemeenschap, want die is van de duivel. Zo
praten sommige voorgangers, niet Ik. Ik zou het zelfs niet kunnen denken.
Willen jullie je dus dit voor ogen blijven houden, alles is goed, God werkt aan alles mee, geeft alles de ruimte, onder het motto van de Hindoes:
"alle wegen leiden naar God, ook omwegen"
Gods vertrouwen in het leven, in de mens, in zijn maaksels en
zijn pogingen tot beter leven is groot. En met name Gods vertrouwen in de
natuurlijke correctiemechanismen van het geestelijke en aardse leven is
formidabel. Alles komt dus altijd uiteindelijk goed. Maar Wij hebben het nu
over de menselijk verzuchting: vraag ons niet hoe? Kan het soms niet wat
anders? Kan het niet beter?
Het leven, de ontwikkeling, jullie verlangen naar God en
jullie bereiken van God, dat alles kan inderdaad sneller en directer en het
"bedroeft" God natuurlijk altijd, wanneer jullie frontaal, met
oogkleppen op, keihard en onvermijdelijk tegen jullie eigen muur oprennen. Oei,
dat doet natuurlijk altijd pijn.
Of het minder pijnlijk kan, dus, en of voorgangers voldoende
bijdragen aan dit proces?
Deze vraag heeft vier kanten.
Ten eerste de natuur, ten tweede energie en gestalt, ten derde
de persoonlijkheid van de mens en ten vierde Gods speciale dienaar, de duivel,
de aap mèt zijn aapjes.
Wees allen
gezegend
Nr. 14
Nr. 14