Translate

zaterdag 31 januari 2015

De geteisterde natuur (het mededogen van God, 3)




Mijn God, nu dus Gods mededogen en de geteisterde natuur.

God heeft naast de mensheid nog een lieveling op aarde, en dat is de natuur.
En de natuur wordt ernstig belast door de mensheid.
Ernstig, massaal en onherroepelijk.
Dat betekent, dat dier- en plantensoorten uitsterven, zeeën ernstig worden beschadigd en gebieden voor eeuwig vervuild raken.
God ziet toe hoe de mens de wonderschone, krachtige, vitale en dynamische natuur aan het verkrachten is. Er is geen beter woord.
Mishandelen, verkrachten, martelen en vermoorden. Er zijn geen andere woorden voor.

Gods mededogen is heel groot. Diens ene lieveling verkracht Diens andere lieveling.
Wat doet een moeder die ziet dat haar ene kind haar andere kind pest, treitert, mishandelt?
Die heeft behalve haar pogingen het aan te pakken niets anders dan intens verdriet.

En God lijdt daarom mee met de natuur.
God lijdt mee met de gevolgen van de vervuiling,
God lijdt mee met de kabeljauw die verhongert door het plastic in zijn maag.
God lijdt mee met de vogel, die verdrinkt, besmeurd met olie.
God lijdt mee met de rivier, die sterft door chemisch afval en menselijke fecaliën.
God lijdt mee met de gebieden op aarde die mishandeld worden door de vervuiling van Gods grootste kracht op aarde, de kernenergie.
God lijdt mee als één van Diens creaties als eeuwenoude planten- of diersoort uitsterft op de fysieke aarde en alleen nog verder kan gaan in de geestelijke wereld.
God lijdt mee met alle natuur, alle dieren, alle planten, alle schepselen, die teloor gaan door de onvolwassen mens.

En de resultaten en de hogere betekenis van dit alles komen nu niet ter sprake.
De rampen en crises die door de mensheid zelf over zich afgeroepen zullen worden komen nu niet ter sprake.
Het leed van de mensheid de komende decennia wanneer ze bijna teloor gaat in haar eigen vuil, komt nu niet ter sprake.
De gevolgen van dit alles voor een hogere natuur, die ooit zal ontstaan, komt nu niet ter sprake.
Het verdriet van de toekomstig mensheid over het onverantwoordelijke gedrag van de huidige mensheid, die de verbijstering van de huidige mensheid over vroegere barbarij en slavernij verre zal overtreffen, komt nu niet ter sprake.
Dit alles komt nu niet ter sprake.

God lijdt mee met de natuur.
En Gods mededogen hierin is ongekend, onbegrepen en zonder weerga.
En Gods mededogen is aarde-omvattend, en het is immens.
De mensheid in de geestelijke wereld en de toekomstige mensheid hebben hier weet van.
Maar de huidige mensheid is bijna totaal onwetend.
Want zou ze dit beseffen en zou ze meeleven, dan zou ze met grote verbijstering stoppen met haar verkrachten van de natuur.
Het zij zo.

Wees jullie allen gezegend.

Nr. 260