Translate

zondag 7 augustus 2016

Een terrorist die niet meer is dan een misleide onwetende jongeman




Laatst las ik een artikel in de krant over jongeren zonder opleiding en zonder kennis van de wereld die door fanatieke imams en het gedachtengoed van IS verleid worden om een terroristische aanslag te plegen. Zij komen toch niet in de dezelfde situatie na hun dood als de meeste terroristen die uit haat en fanatisme doden*?
Zou U daar iets over willen zeggen?

Dat doe Ik graag.
Neem een klein dorp in Afghanistan. De jongeren hebben geen opleiding, zijn afgesneden van de wereld, er zijn geen kranten, geen internet, er is geen kennis, geen besef van de wereld. Alleen de imam in het dorp onderwijst ze, evenzeer alle andere dorpelingen. De mensen kijken tegen de imam op, hij is toch een man van Allah, hij weet het. Maar deze imam is fanatiek, kortzichtig, haat andere godsdiensten en is overtuigd van het gelijk van de islam. En de imam haat het westen, haat de Amerikanen, haat vrouwen en haat nog veel meer. Hij vergiftigt de dorpelingen met zijn denkbeelden en zelfs de liefdevolle en ruimdenkende dorpelingen durven niet openlijk tegen hem in te gaan. In zo’n dorp kan IS makkelijk gegadigden vinden voor haar doeleinden.

En zeker één bepaalde jongen van 17 jaar is heel ontvankelijk, zijn vader is vroeg gestorven, en hij heeft zelf een zeer beperkte intelligentie maar een groot gevoel  voor rechtvaardigheid. Hij is gevoelig voor de dweperij van de iman en de verhalen van IS.

Later, wanneer hij de aanslag heeft gepleegd en hij uit zijn lichaam wordt geslingerd door de hevigheid van de explosie, blijft hij bij bewustzijn in  zijn geestelijk lichaam, dat goed is ontwikkeld en goed functioneert. Het was een goede jongen, maar een beetje dom. Hij bevindt zich in een gebouwtje dat lijkt op de Koranschool uit zijn dorp. Meer kent hij niet  van de wereld. IS had hem zo gedropt op een markt van een stad waar hij nog nooit was geweest.  Hij ziet wel snel dat er geen 72 maagden op hem wachten, maar hij was sowieso te jong om daar erg mee bezig te zijn.

Hij is verbaasd, dat hij in dit ogenschijnlijk zelfde gebouwtje uit zijn dorp zit, en nog verbaasder als zijn overleden vader binnenkomt.
Vol liefde en mededogen omarmt de vader zijn zoon en praat met hem over van alles, maar niet over het aantal doden als gevolg van de aanslag, gepleegd door zijn zoon. De vader wist  van de misleiding van zijn zoon, wist van de ontvankelijkheid van zijn zoon en wist van de alles beïnvloedende en verzengende haatdragerij door de iman. Hij had de iman nooit gemogen en was vanuit de geestelijke wereld niet bij machte dit tegen te houden. Maar door de kracht van zijn gebed mocht de zoon beschermd worden na zijn dood tegen de feitelijke kennis over het aantal doden van de aanslag.

Er wordt omheen gepraat en vrij snel lukt het de goede vader zijn zoon op een ander spoor te brengen, het spoor van liefde en mededogen. De jongen accepteert dat hij voorlopig niet mag praten over de aanslag.
Maar hoe nu  verder?

Een jaar na zijn overlijden pas is de jongen uitgegroeid in de  geestelijke wereld tot een volwassen en bewuste persoonlijkheid met veel gevoel en een inmiddels redelijke intelligentie. Hoeveel kan niet worden rechtgezet in de geestelijke wereld, ook matige intelligentie!
Wanneer de jongeman van zijn eigen vader verneemt van de  feitelijke gevolgen van de door hem gepleegde aanslag, is dit een bijna ondraaglijke schok. De spijt en het verdriet om deze wandaad zal de jongen nog vele jaren achtervolgen.

De jongeman zal nog lang uitzonderlijk gemotiveerd, onverschrokken en vol liefde en hartstocht zich inzetten voor de begeleiding en ontwikkeling van jongeren in de geestelijke wereld. Later zal hij jongeren op aarde mogen begeleiden vanuit de geestelijke wereld.
De moraal van het verhaal is, dat deze jongen nauwelijks de gevolgen van zijn wandaad heeft ondervonden, omdat hij misleid en onwetend was. Hij is niet gestraft, want straf is geen geestelijke optie. En de gevolgen van zijn gruwelijke daad zijn uitgesteld, omdat hij oprecht en zuiver was, maar ernstig misleid.
Maar zijn wandaad zal door hemzelf niet licht vergeten worden en bijdragen aan vele jaren van liefdevolle werken met veel mededogen voor de kwetsbare en hulpelozen in de wereld.  

En de goede geesten in de geestelijke wereld zijn nog lang vol ontzag geweest over zijn grote hart en zijn grote inzet. Maar men begrijpt zijn drijfveer. Hoe kan hij anders dit ondraaglijk besef wat hij heeft gedaan verzachten? Hij kan niet anders?

Mogelijk zullen Wij een andere keer een blog wijden aan het leven na de dood van de haatdragende iman die doelbewust bijgedragen heeft aan de misleiding van argeloze, kwetsbare jongeren tot zulke wandaden. Dat zal een ander verhaal worden.
De jongen zij gezegend.

Wees jullie allen gezegend

Nr. 344
 

*Zie blog 15 november 2015