Kan er een ruimte, een interval zijn tussen de zintuigen en het denken? Kan men er naar kijken niet vanuit de wil maar vanuit volle aandacht? En kan men niet geïdentificeerd blijven met deze zintuigen en zich niet afvragen ‘ik wil dit hebben?’ (Krishnamurti)
Ik zag op youtube een video van de hoogbejaarde Krishamurti die aan het eind van zijn overweging deze woorden sprak. Het raakte me erg omdat ik ineens zo voelde dat daar de sleutel ligt van heel veel lijden en ontspoorde begeerte en materialisme. Zou U hier op in willen gaan?
Dit is zeker een sleutel en Ik ga er graag op in.
De zintuigen
gebruiken houdt in dat de mens alle schoonheid en alle rijkdom van het volle
leven met de zintuigen ziet, voelt, beleeft en geniet. Dat is een eenvoudig
feit, zegt Krishamurti, en dit geldt
voor allen. Wat gebeurt er daarna?
De zintuigen prikkelen gedachten en gevoelens en dan ontstaat begeerte, men wil het hebben. Maar het is inderdaad mogelijk voor de mens louter bij de zintuigen te blijven, en een ruimte te koesteren tussen de zintuigelijke gewaarwording en de begeerte/gedachte daarna. En men kan hier naar kijken naar die ruimte zoals men de blauwe lucht ziet tussen de wolken. En men kan dit doen zonder wilsinspanning, zonder moeite, zonder inspanning, maar met de grootste aandacht.
In die ruimte tussen zintuigelijke gewaarwording en denken/voelen zit de vrijheid van de mens en de geestelijke opdracht. In die ruimte kan men blijven met aandacht en zo voorkomen dat men geïdentificeerd raakt met het object en voorkomen dat men het wil hebben, wil bezitten, wil behouden. En dus ongelukkig worden als men het niet heeft of krijgt.
En men zal dan gelukkig blijven omdat men alleen maar ervaart, niet wil. Op deze wijze wordt vrijheid gekoesterd, “bezetenheid” voorkomen en kan men gelukkig zijn met de gewaarwording zonder meer, kan men blijven genieten met lege handen en een vrije houding.
Krishnamurti is gezegend.
Wees jullie allen gezegend
Nr. 518