Translate

zondag 29 mei 2016

De ergste zonde is de koudheid van het hart (Erasmus)



Mijn God, 500 jaar geleden schreef Erasmus een kritische vertaling van het Nieuwe deel van de bijbel. Eigenlijk was hij een van de eersten die hiermee kritiek gaf op de verstarde godsdienst en zo een voorbode werd voor de Verlichting. Zou U daarom in willen gaan op dit mooie citaat van hem?

Wil je niet eigenlijk zeggen, mijn zoon, dat je dit niet zo verwacht had van een kritisch geleerde, een wetenschapper, een denker? En dat dat jouw eigenlijke vraag is?
Voor de rest is het citaat ook uit Ons hart.

Erasmus was zijn tijd ver vooruit en gebruikte ook zijn hart.
Dat bewijst dit citaat.
En juist omdat hij zijn hart gebruikte kon hij openstaan voor de in die tijd zeer progressieve houding t.o.v. godsdienst, autoriteit en maatschappelijke wetten.
Juist omdat hij luisterde naar zijn hart, naar zijn intuïtie, naar zijn innerlijk.
Voor zijn tijd was hij zeer ruimdenkend en een roepende in de woestijn.
Dat hij door de moderne humanisten die vaak niet in God geloven, wordt geclaimd, wordt door de geestelijke wereld met humor bezien.

Natuurlijk zijn de humanisten gezegend.
Erasmus zij zeer gezegend.

Wees jullie allen gezegend

Nr. 334
 

zondag 22 mei 2016

Terug naar de natuur



Deze foto roept heel wat bij mij op. En bij U?

De natuur roept jullie altijd.
Alleen hoort de mensheid het niet meer zo.
De natuur roept de mens en zegt: wees stil.
Kom bij mij. Ontspan bij mij. Vind jezelf  in mij.

Maar de mens wordt uit zijn zelf gerukt door het lawaai van de wereld.
Daarom zal heel spoedig de mens weer door de stilte van de natuur bevangen worden en tot zichzelf komen.
Maar daar is wat elementairs voor nodig.
De natuur zelf zal daar voor zorgen.
En het zal door de mensheid ervaren worden als geweld.
Een korte tijd zal het lawaai van de natuur het lawaai van de mensheid overstemmen. Een korte tijd.

Wees jullie allen gezegend

Nr. 333

zondag 15 mei 2016

Jullie zijn broeders en zusters van elkaar


Dezer dagen worden de aarde en de mensheid extra gezegend door de Moeder-God.
Het is een  zegen van buitengewone energie.
Het is een zegen met de energie van liefde.
De Moeder-God zegt jullie:

“Ik ben jullie Moeder en jullie  zijn mijn kinderen. En daarom zijn jullie allen broeders en zusters, jullie allen”.

En weten jullie dat in de geestelijke wereld dit een zuiver feit is?
Jullie zijn allen broeders en zusters en veel van jullie broeders en  zusters lijden.
Ze zijn op de vlucht, worden gemarteld, zitten gevangen, lijden honger.
En teveel van jullie in jullie rijkdom en vrijheid reageren hier zelfvoldaan op.

Zelfvoldaan zeggen jullie ”wat erg” en gaan  gewoon vrolijk verder met jullie leventje.
Het is de zelfvoldaanheid van de rijke.
En het gaat om het leed van jullie broeders en zusters.
Wees jullie zachtaardig, wees jullie mededogend, wees jullie liefdevol, vraagt jullie Moeder, terwijl de ene helft  van haar kinderen te onverschillig is voor het leed van de andere helft van haar kinderen.
Oh, hoe ondraaglijk voor een moeder!
Heb medelijden. En reik een hand naar jullie broeders en zusters. Handel toch nog meer!

Wees jullie allen gezegend

Nr. 332

zaterdag 14 mei 2016

Pinksteren voedt de lichtheid onder de mensen


Pinksteren is het feest van de Moeder-God.

Speciaal rond deze tijd wordt de mensheid meer nog dan de rest van het jaar geholpen met een geestelijk licht van de Moeder-God.
Het is het licht van de liefde, van de empathie, van het mededogen.
Het is de energie van zachtheid en verbondenheid, van compassie en begrip.

Dit licht omhult de aarde speciaal dezer dagen. En dat is meer dan anders mogelijk omdat meer dan anders de mensheid hier voor openstaat. Men is meer dan anders gericht op de geestelijke wereld, men bidt meer, men hoopt meer en is zachter van binnen.
En de Moeder-God grijpt dit graag aan om haar gaven uit te storten over de mensheid.

Wees jullie allen gezegend

Nr. 331

zaterdag 7 mei 2016

Komen we nog wel eens met wat leuks bij God op de proppen?



Hoe moe moet God zijn van schuld en eenzaamheid, want dat is alles wat we ooit bij Hem brengen. (Mignon McLaughlin, vrij vertaald uit The Neurotic's Notebook 1960

Mijn God, zou U hier op in willen gaan?

Doe jij een aftrap, mijn zoon?

Oh ja zeker, ik schaam me dieper dan diep.
Als ik bedenk waar ik mijn hele leven mee aangekomen ben bij U, dan was het toch wel meestal, als ik in moeilijkheden was, als ik in de war was, als ik problemen had, eerlijk is eerlijk. Als ik het uitdruk in percentages dan bestond 90 % uit geklaag en gevraag en gezaag.
Hoewel ik wel geloof, dat het percentage veel minder geworden is de laatste jaren, sinds ik U spreek. Sorry God, ik hoop dat U intussen wel al die keren gezien heeft, dat ik gelukkig was, dat ik opging in het leven, dat ik genoot, dat ik blij was  of lekker bezig, anders is het wel een hele opgave voor U.

Dank je, dat waardeer Ik.
Wees gerust, Ik heb alles gezien. Ik weet van al jouw mooie en fijne en goede momenten, heb Ik daar niet ook alles voor aangedragen?
Het zou voor de geestelijke wereld wel heel fijn zijn als de mens wat minder klaagde en wat meer dankte. Als de mens wat vaker tegen zijn God zei: “Ik ben blij met U, ik dank U, ik zie wat U voor mij doet, U bent mijn troost, mijn geluk, mijn grote houvast. Ik weet niet wat U voor mij doet, maar het is vast veel meer dan ik besef. Dank U, dank U, dank U.”
En het gaat er niet om, dat God niet zonder jullie dank kan, maar het is fijner mét dankbaarheid, voor iedereen, en eerlijker. De geest van dankbaarheid is zeer ondergewaardeerd op lager ontwikkelde planeten.
Overigens, God is nooit moe.
Dank, dat je dit onderwerp hebt opgeworpen, mijn zoon.

Wees jullie allen gezegend

Nr. 330