Translate

zondag 31 mei 2020

De liefde van de Moeder-God, Troosteres en Moeder voor allen die lijden




Mijn goede God, een vriendin van mij, vertelde me, dat ze weer in het leven aan het zompen was zoals wij dat noemen. Slachtoffer uithangen, verzuchten dat het leven te zwaar is, zwelgen in eigen ellende en leed en gewoon somber zijn. Ze zei toen tegen haar God : “Geef me maar liever een schop onder mijn kont!”.
Toen hoorde ze een liefdevolle stem tegen haar zeggen:

“Wij bemoedigen je liever met een zetje in jouw rug”

Ze begreep toen dat ze weer eens liefdeloos naar zichzelf had gekeken, Ze voelde een enorme liefdevolle energie om haar heen, terwijl ze die woorden hoorde. En zij wist dat U met oneindige liefde en een groot geduld en veel begrip met ons omgaat.
Zou U hier iets over willen zeggen?

Mijn Zoon, het is Pinksteren. Dit is een mooie Pinksterboodschap van de Moeder-God.

Wees gerust mijn kinderen.
Ik houd van jullie.
Jullie worden gekoesterd.
Jullie worden gezien.
Jullie zijn Mijn kinderen.
Jullie worden in liefde ontvangen.
Jullie worden in liefde gesteund.
Jullie worden in liefde begeleid.
Jullie worden in liefde geschapen.
Jullie worden tijdens jullie leven in liefde gesteund.
Jullie worden na jullie fysieke dood in liefde ontvangen.
Zijn jullie niet  Mijn geliefde kinderen?

Ik ben de Moeder-God.
Ik ben de Geest van liefde.
Ik ben Pinksteren.
Ik ben jullie Toeverlaat.
Ik ben jullie Steun.
Ik ben jullie Troosteres.
Ik ben jullie Hoedster.
Ik ben de Heilige Geest die op aarde rondwaart met Haar zegeningen.
Ik ben de Milde Duif.
Ik ben jullie Vrede.
Ik ben het Heilige Hart.
Ik ben jullie Poort tot de eeuwigheid.
Ik wacht op jullie vragen.
Ik zend jullie Mijn Energie.
Ik ben de Vrouwe.
Ik ben  de Godin.
Ik ben de Hoedster van profetessen.
Ik ben de Maria van alle godsdiensten.
Ik ben de Eeuwige Moeder.
Ik ben jullie Baarmoeder.
Ik ben jullie Hart.

Aldus de Moeder-God, ook de Geest van Pinksteren.
Jouw vriendin is gezegend om haar openheid.

Wees jullie allen gezegend

Nr. 481
 

 

vrijdag 22 mei 2020

God is wordende in de mens (Wilt U met mij praten, vroeg ik aan God, 5)


In ons gesprek vertelde U me dat U ook zich ontwikkelt. Ik vind dat nog steeds vreemd want U bent toch alwetend en alles kunnend en volmaakt en almachtig? Nou ja, en meer van dat soort termen. In de Koran en de Thora staan geloof ik meer dan honderd bijnamen van U. Dus hoe kunt U nu lerend zijn en wordend? Zou U daar op in willen gaan?

Mijn goede zoon, laat dit nu net één van Mijn favoriete onderwerpen zijn. Daar ga Ik graag op in. God is almachtig en alwetend. Laat dat gezegd zijn. Toch, wat denk je als er een kosmos wordt geschapen, een planeet of een dierensoort? Of een mens wordt geschapen zich ontwikkelend van voormalige aap tot vergeestelijkt wezen? Dan is God aan het scheppen. En de scheppingsgedachte is volmaakt. Het ideaal is geformuleerd. Het einddoel staat vast. Alleen de weg ernaar toe vindt plaats door het grote instrument van het scheppen en een hulpmiddel is de evolutie.

Er is toch niets heerlijkers, voor mens, voor dier en plant en microbe om een zeker gevoel van zelfstandigheid te hebben, een zeker gevoel van verantwoordelijkheid, iets uit te proberen, iets te maken en te oefenen en zich in te spannen, iets uit te zoeken. En God wil dat ook. Omdat door het samenspel, door de samenwerking, door het samen optrekken van Schepper en Schepsel een bond, een diep contact, verbondenheid ontstaan. Noem het Liefde. En God is Liefde. Liefde is de wet. Liefde is de kernenergie van de kosmos. Liefde is de kern van het leven.

Dus ook de Schepper leert en ontwikkelt zich en wordt. Brengt ons dat niet dichterbij?

Wees jullie allen gezegend

Nr. 480

dinsdag 19 mei 2020

Ook Wij hebben intervisieclubjes (Wilt U met mij praten, vroeg ik aan God, 4)



In dat ene gesprek met U, mijn God, kwam ook dit ter sprake, ik vroeg me af of U eenzaam kon zijn?


Ach, mijn jongen, dat vond ik zo schattig van je, dat je zoiets vraagt aan Mij. Zo ben je Me zo nabij, zo’n moment koester Ik, kostbaar en liefdevol en intiem moment met jou.

Hoe kan God eenzaam zijn? God heeft Diens macht en pracht gedeeld met de miljarden Godsvonken in de kosmos, die onlosmakelijk en onvoorwaardelijk en volledig en intens altijd met elkaar verbonden zijn in Liefde en Bewustzijn en Licht. Dan kan Men niet eenzaam zijn. En zelfs in de lange en geduldige begeleiding door een Godsvonk van Diens mens op een evolutionaire planeet is de  Godsvonk constant verbonden met de Anderen en met God Zelve.

Deze prachtige en bovenaardse Band laat ik nu rusten en hoe dat in zijn werk gaat, dat is niet te bevatten voor een eenzaam levend, ogenschijnlijk afgescheiden, evolutionair wezen op een fysieke planeet. Maar Ik doe Mijn best met jou en de blogs om een en ander uit te leggen. Toch zijn er nog twee dingen te vertellen.

Jullie hebben op aarde intervisie. Het staat voor in vertrouwen samen kijken naar de dingen waar je mee bezig bent en daar vrij en liefdevol over praten, in gelijkwaardigheid en respect.

Wat denk je, Mijn zoon, zouden Wij Godsvonken niet ook zoiets kunnen gebruiken? En zo is het ooit gearrangeerd. Ik neem deel aan vele verbanden maar rond Mijn werk met jou tref Ik regelmatig een groep andere Godsvonken die met een min of meer vergelijkbare opdracht bezig zijn. Want Mijn werk met jou bestaat uit: het geduld dat Ik opbreng, het voorzien hoe jij vastzit, of je verder bijna hopeloos vastwerkt in gehechtheden, Mijn meeleven met het verdriet en de pijn en de angst die horen bij het menselijk bestaan en het menselijk tekort. Dit zijn elementen van een spannende en veeleisende en soms moedeloos makend kaliber. Ja soms moedeloos makend en misschien wel eenzaam-achtig. En dan is het heerlijk om dit te delen. En inspiratie op te doen, ja echt!

En Ik hoop niet dat iemand beledigd wordt door het volgende. Maar Wij lachen heel wat af. Onze situatie, wat Wij meemaken met Onze mens, de hilarische situaties en anekdotes maken dat Wij veel lachen samen. Oh nooit uitlachen, maar “wie lacht niet die de mens beziet” verzuchtte ooit iemand op aarde. En Wij Godsvonken zijn het er mee eens. Want de geest van humor is niet alleen op aarde een zeer gewaardeerde levenskameraad.

Zo is één van Mijn grappige verhalen hoe onbeleefd en respectloos jij me afkapte onder de douche toen we met elkaar in gesprek waren. Alsof je tegen een jongetje op straat zei “ga nou maar weer lekker spelen hè!”. Natuurlijk maakte je daarna jouw excuses, maar toch het was hilarisch hoe jij als klein en machteloos schepsel jouw schepper in een onnadenkend moment wegzette. Letterlijk zei je “nou ik ga verder” maar hoe je dat deed, daar schaterlachen Wij nog steeds om, als Ik het in geuren en kleuren uit de doeken doe. Voel je niet ontriefd door dit verhaal, Mijn zoon, dat is niet nodig.


Wees jullie allen gezegend

Nr. 479

zondag 3 mei 2020

Is bijna iedereen in staat een misdadiger te worden?



Mijn God, mag ik U vragen. Ik las een artikel over het essay “De banaliteit van het kwaad” van Hannah Ahrendt. Hierin beschrijft ze dat de grootste misdadigers uit de geschiedenis eigenlijk gewone mensen waren en gewoon door een bureaucratisch systeem èn door niet na te denken langzamerhand verwoorden tot misdadigers. Dit bedacht ze naar aanleiding van het proces tegen Adolf Eichmann. Zou U hier iets over willen zeggen?

Het leven is niet zo simpel. Hannah Ahrendt is ook behoorlijk verguisd om haar filosofische gedachtengoed maar niet helemaal terecht.
Niet bijna iedereen is in staat een misdadiger te worden in de situatie zoals waar Adolf Eichmann in verkeerde. En dat wist hij zelf ook, bezie het verdriet in zijn ogen van latere foto’s*. Hij wist gaandeweg zijn leven heel goed wat hij misdaan had. En dat hij niet een slachtoffer van zijn situatie was maar systematisch zijn geweten had onderdrukt.

Het is waar dat dikwijls omstandigheden iemand maken tot misdadiger.
Het is waar dat dikwijls de tijdgeest iemand maakt tot een misdadiger.
Het is waar dat het consequent niet denken en nadenken iemand maken tot een misdadiger.
Het is waar dat het consequent onderdrukken van de signalen van het geweten en het hart iemand maken tot een misdadiger.
Tot zover min of meer de strekking van het verhaal van Hannah Ahrendt.

Maar er is iets anders crucialer en belangrijker en meer de oorzaak van of iemand afglijdt tot een misdadiger of een engel.
En dat is de plek van het ego of God in het innerlijk.
Wie zit er bij de mens op de troon van zijn innerlijk? Of wie zit er af en toe bij de mens in zijn innerlijk op de  troon. Of wie wordt af  en toe uitgenodigd om even dan toch op de troon van het innerlijk plaats te nemen?

Is dat het ego of is dat God?

Al zou maar één enkel moment de mens in al zijn misdadigheid en ontsporing verzuchten “mijn God mijn God waarom heeft U mij verlaten?” en de verandering vindt plaats, de ontsporing stopt en de misdadigheid wordt een halt toegeroepen.

En Adolf Eichmann deed dat niet, niet één enkele keer in zijn misdadige ontsporing, en als hij een gewetensvolle neiging kreeg onderdrukte hij die en als hij een keer signalen kreeg, luisterde hij verbeten niet naar de signalen. En dan krijg je wat we weten van het misdadige leven van Adolf Eichmann, van het vleesgeworden kwaad.
Adolf Eichmann is in de geestelijke wereld nog steeds aan het rechtzetten wat hij in zijn aardse leven heeft aangericht.

Maar nu kom Ik tot Mijn punt waarin Hannah Ahrendt zich vergist.

Adolf Eichmann weigerde ook maar één keer in zijn innerlijk ècht te luisteren naar God.
Adolf Eichmann weigerde ook maar één keer God toe te laten op zijn innerlijke troon.
Adolf Eichmann weigerde ook maar één keer te handelen naar de signalen van zijn geweten en zijn hart.

En dat is niet banaal.

Wat Adolf Eichmann deed was systematisch en consequent luisteren naar de aap van God in plaats van naar God. Consequent luisterde hij naar de duivel in plaats van naar God. Consequent luisterde hij naar het kwade in plaats van naar het goede. En dat de duivel of het kwade de vorm hadden aangenomen van Adolf Hitler doet niet ter zake.

En na zijn proces en tijdens zijn gevangenisjaren en na zijn dood is Adolf Eichmann met niets anders bezig geweest dan met dit ene, met deze éne vraag, gebukt gaand onder verschrikkelijke allesverzengende spijtgevoelens “waarom heb ik geluisterd naar de duivel en niet naar God?”

En tot slot: de meeste mensen zijn niet in staat tot permanente en consequent misdadige ontsporing, eenvoudigweg omdat ze altijd wel een keer naar hun geweten luisteren of tenminste één keer God toelaten op de troon van hun innerlijk, bewust of onbewust.

Wees jullie allen gezegend

*Check een foto genomen in zijn cel in 1961 (15 jaar na de oorlog)

Nr. 478