Ik zou U willen vragen.
Ik heb in de loop van mijn leven geleerd om als gelovige veel respect te krijgen voor atheïsten. Het is een eigen levensweg met veel kwaliteiten. Het gemakkelijke oordeel van gelovigen over ongelovigen is oppervlakkig en onterecht.
Tsja, welk oordelen is wel terecht overigens.
Nu mijn vraag: ze missen wel de inzichten en het vertrouwen door een geloof in het eeuwige leven geboden en als zij overleden zijn, komen ze toch tot de ontdekking dat ze zich vergist hebben en Uw bestaan in hun leven hebben ontkend. Zou U hier iets over willen zeggen?
Dat doe Ik.
Laten We het leven
beschrijven van zo iemand. Ik neem nu bewust een man, omdat er toch meer ongelovige mannen dan vrouwen bestaan. Vrouwen luisteren zelfs in geëmancipeerde landen toch iets meer naar hun intuïtie, de signalen uit hun hart en zijn meer in staat dan mannen om niet alleen maar prat te gaan op hun eigen denkvermogen. Maar er zijn natuurlijk ook veel ongelovige vrouwen, laat dat gezegd.
Voor de dood
We verhalen over het
waargebeurde leven van een ongelovige man dus. Hij was een goed mens op aarde, iemand die rekening hield met zijn
medemens. Hij hield van zijn vrouw, die jaren eerder is overleden dan hij, hij heeft
lang en oprecht getreurd als weduwnaar en tegelijkertijd de draad van het leven
goed opgepakt. Hij hield van zijn twee kinderen, van zijn werk, van zijn hobby’s.
Hij was geïnteresseerd in politiek en literatuur en speciaal begaan met de
teloorgang van de natuur. Hij was een voorvechter van de zorg om de natuur. Ik
noem dit speciaal omdat hij mede bewust en rustig overging naar het eeuwige
leven, dus dankzij grote prestaties op het vlak van liefde en zorg voor iets
anders dan zichzelf. Alles verliep ook goed omdat hij geen dramatische
verslavingen had. Eigenlijk een mooi mens.
Maar hoed je voor de
hond.
We laten even rusten
waarom hij een fervent atheïst is geworden, dat is onderwerp voor een andere
blog ooit. Maar atheïst was hij en hij vertrouwde erg op zijn eigen
denkvermogen meer dan op dat van anderen.We gaan even terug naar twee voorvallen in zijn leven, twee markante momenten, die na zijn dood een grote bijdrage zullen leveren aan zijn bittere spijtgevoelens. Want dat is het onderwerp van deze blog, de spijtgevoelens na de dood van een ongelovig iemand.
Voorval 1
Zijn vrouw
sterft na een lang en pijnlijk ziekbed. De
botkanker maakte dat zijn vrouw zeer geleden heeft. Als zij sterft zit hij aan
haar bed en heeft groot verdriet, is zeer ontdaan over haar lijden en worstelt
zeer met de gedachte dat zij opgehouden is te bestaan. Hij is boos
op het leven en het lot. Haar lijden was teveel voor hem om te aanschouwen en
het zal nog jaren duren voordat hij dit lijden een plekje heeft gegeven.
Voorval 2
Zijn (hun) oudste
zoon krijgt na vele jaren zoeken eindelijk de baan van zijn leven en trakteert
zijn vader en zijn zuster op een etentje. Het diner is zeer mooi en zij drieën
vieren de liefde en warmte die er tussen hen is en de blijdschap over de grote carrièrekans
voor de zoon. De vader lijdt zeer onder de afwezigheid van zijn overleden vrouw
en verzucht toch op een bepaald moment hoe spijtig het is dat hun moeder dit
niet mee kan maken. De beide kinderen reageren meewarig want willen eigenlijk
de sfeer niet drukken door zijn mijmering. Jongeren kunnen zich over het
algemeen beter over de dood heen zetten dan ouderen. En daarnaast houden ze allebei rekening met de mogelijkheid dat hun
moeder het ergens wel zal meemaken. Ze zijn beide niet kerkelijk maar geen
bewuste atheïsten, ze geloven wel wat.
Na de dood
Na zijn overlijden
gaat de man bewust over. Zijn grote hart, zijn liefde voor het leven, zijn gezonde
en mooie levensstijl zonder verslavingen maken dat hij bijna moeiteloos
overgaat. En niet zoals veel ongelovigen overkomt beland in een coma-achtig
bestaan waarin ze als het ware in droomstaat langzaam gewend raken (met veel
hulp) aan het feit dat er leven is na de dood. Want dit past niet in hun mening
en wordt dus ontkend. Wat is de mens goed in het niet willen zien wat er toch
is. Deze gewenningsfase aan iets wat niet past in hun “wereldbeeld” kan lang duren soms.
Onze man is dus vrij snel weer helder en diep diep diep verrast als recht voor hem de allermooiste en jongere variant van zijn dierbare vrouw staat die hem met liefde en met de grootste glimlach mogelijk omhelst. Hij kan het toch verwerken want hij had altijd een open hart en open geest, behalve dan wat betreft dat leven na de dood dingetje.
Na enige tijd waarin zijn vrouw mag optreden als begeleider en gids mag hij terugblikken op de twee bovengenoemde voorvallen. Dit terugblikken is zeer belangrijk omdat hij hevig lijdt aan intense spijtgevoelens dat hij een zo intens belangrijk gegeven van het leven ontkende, namelijk niet alleen het bestaan van een leven na de dood, maar nog meer het bestaan van God en Diens werken in de mans leven op aarde. Om zijn intense spijtgevoelens goed te beoordelen en een plek te geven moet hij deze belangrijke voorvallen meemaken maar dan zoals het werkelijk ging en niet zoals hij dacht dat het was.
Voorval 1
Hij krijgt het nu
aldus voorgeschoteld.Zijn vrouw gaat mede door haar intense lijdensweg heel bewust over, maakt onmiddellijk en zonder verbazing contact met haar geestelijk begeleider en wordt bevestigd in bijna alles wat ze al verwachtte: een prachtige bevrijding, een gezond geestelijk lichaam, een heerlijk nieuw leven van ruimte, vrijheid en geluk en een groot besef van de betekenis van alles of tenminste van de ook mooie gevolgen van dit verschrikkelijke lot aan het eind van haar leven. Ze probeert in de hele periode erna haar man te bereiken, te troosten en te steunen en dat lukt natuurlijk zeer, alleen zonder dat hij dit beseft en dit weet.
Wanneer hij geconfronteerd wordt met hoe het werkelijk ging, zijn zijn lijden en spijt zo groot, dat het hem bijna teveel wordt. Hij ziet al het werk van zijn overleden vrouw en hoe hij het veronachtzaamt, negeert en ontkent. Hij ziet de machteloosheid van zijn vrouw als ze naast hem staat op een avond dat hij overmand werd door verdriet en eenzaamheid, en ervaart zo’n verschrikkelijke spijt dat hij dit alles niet heeft willen en kunnen ervaren. Het zal hem nog vele jaren in het geestelijke leven kosten voordat hij zonder diepe schaamte en met meer begrip en liefde kan kijken naar deze eigenwijze atheïstische onwetendheid.
Voorval 2
Op de avond van dit
dinertje is zijn vrouw er in de geest bij, deelt in hun blijdschap en ziet dat
beide kinderen niet al te zeer lijden onder haar afwezigheid en ergens onbewust
aanvoelen dat ze erbij is. Haar afwezigheid tijdens het dinertje door haar overlijden
lang geleden drukt hen niet eigenlijk. Maar haar man. Ach, zijn pijn en
verdriet om dit waanidee dat zij dit niet mee mag maken, terwijl ze naast hem
staat en op hem neerziet. Ze raakt met haar hand zijn voorhoofd aan, maar dit
vergroot nog eens zijn beeld dat zijn vrouw, zo intens in herinnering gebracht
door deze aanraking er niet bij is. Fysiek en gevoelsmatig lijkt ze aanwezig,
maar hij koestert zijn denken dat ze dood is en lijdt zeer onder dit besef. Zo in deze terugblik na de dood ziet hij het verdriet in de ogen van zijn vrouw, die er alles aan doet om zich kenbaar te maken, en ziet zijn starre en onware denkwereld. Zijn spijt is speciaal rond dit voorval overweldigend.
We kunnen dit
aangrijpende en waar gebeurde verhaal afronden. Uiteindelijk groeit hij in de
geest over deze spijt heen, gaat zien dat zijn atheïsme ook veel goeds gebracht
heeft en raakt uiteindelijk verzoend met alles wat is gebeurd. Ook met zijn
virulent atheïsme op aarde.
Maar bij tijd en wijle in de eeuwigheid vliegen hem
zijn onwetendheid en waanwijsheid en de gemiste kans op aarde om met zijn vrouw
in de geest samen te leven ook na haar dood aan. Het zij zo, wat was kan niet
uitgewist.Hij is gezegend.
Wees jullie allen
gezegend
Nr. 438