Mijn goede God, ik geloof dat mensen niet erg van zichzelf houden, ook al lijken ze op te gaan in vakanties en luxe en “doe je ding”. Zou U daar op in willen gaan?
Mijn zoon, natuurlijk,
zoeken Wij dit niet samen uit?
De liefde van God is
als de liefde van een moeder. Ze bedekt alles met de mantel der liefde. Ze
vergeeft en vergeet alles en wil alleen maar dat haar object van liefde
gelukkig is. Ze weet niet meer wat geweest is en wil alleen maar van haar kind
houden. De moeder kijkt en geniet van haar object van liefde en er is niets
anders dat ze ziet dan een wonderschoon mens, een prachtig wezen, een bijna volmaakt
wezen, haar heerlijke kind. En ze ziet de onvolmaaktheden, maar het zijn voor
haar slechts kleinigheden. Ze weet dat juist die kleinigheden haar kind tot
mens maken, echt mens, een kind om van te houden, om te koesteren, ja bijna om te verafgoden.
Zo kijkt God naar de
mens en wat is het prachtig als die mens dat begint te ervaren, die eeuwige
niets eisende liefde.
En het is de opdracht
aan elk mens, elke dag, dus ook aan het begin van dit nieuwe jaar, om dit te
geloven, om hier op te hopen en die liefde van God voor zijn wezen zelf te ervaren
en te voelen. Zo komt een mens heel dicht bij God.
Doet hij dat niet,
zoals veel mensen, wat zijn er dan een zelfhaat en onverdraagzaamheid en onrust
en koudheid in zijn hart. En dat de hele dag door. Hoe kan zo’n mens gelukkig
worden?
Doet hij dit wel, zichzelf
alle liefde geven, die er maar te geven is, en houd hij van zichzelf, koestert
hij zichzelf, is hij liefdevol en verdraagzaam naar zichzelf, dan kan God heel
dichtbij komen.
Want dan koesteren ze
dezelfde hobby, werken samen voor dezelfde klus, dan koesteren ze dezelfde
liefde, dan zijn ze samen volmaakt bezig met hetzelfde object van hun liefde.
En dan is door deze liefde alles mogelijk.
Wees jullie allen
gezegend
Nr. 442