Ik was een beetje aan het zompen en had allerlei dingen niet gedaan die ik normaal wel doe zoals regelmatig bidden en had nogal wat dingen gedaan die niet goed voor me zijn zoals wat betreft eten en drinken. Ik was ontevreden over mezelf, en hoe vaak ben ik dat niet? Ik lag in bed en zei tegen God “het spijt me God dat ik zo bezig ben met niets. En ik denk, dat ik ook te populair met U doe, ik behandel U alsof U een vriendje van me bent, ik ben dikwijls zo nonchalant en achteloos, ik denk dat ik geen benul heb van Uw heiligheid en grootsheid en ik praat met U alsof U om de hoek woont. En eigenlijk wil ik Uw antwoord niet horen, zo schaam ik me voor wat ik te horen zal krijgen. U zal mij zeker wel weer een sukkeltje vinden?”. Het antwoord kwam natuurlijk onmiddellijk.
Mijn goede geliefde
zoon, ik zie al jouw pogingen, al jouw zorgen vooral om anderen, ik zie jou
goede wil, ik zie jouw harde werken, ik zie hoe zeer je jouw best doet.
Het is zeker waar dat
je geen benul hebt van Mijn Heiligheid, en je bent heel vaak nonchalant en
achteloos, je weet niet met Wie je te maken hebt en zeker behandel je Me als
een vriendje van je. Soms moet Ik glimlachen om jouw achteloosheid, en besef
dan dat je niet weet met Wie je te maken hebt. Maar weet, mijn dierbare en geliefde zoon, dat ik jouw nabijheid en
vertrouwdheid ook koester, ben Ik je ook niet zo dichtbij als een vriendje, zit
Ik niet in jouw hart, ben Ik niet meer nabij dan jouw vrienden en familie en
wil Ik dit niet ook zeer , jou nabij en vertrouwd zijn?
Maar
weet vooral dit ene
“mijn liefde voor jou is vele malen groter dan jouw spijt over
jezelf”
Wees gerust en voel
je gezegend en gewenst en zeer gewild, Mijn zoon.
Wees jullie allen
gezegend
Nr. 463