Ik las een gedicht van W.H. Auden, “Bij Schrafft”’en dit deel viel mij op:
Een vormeloos soort vrouw
Van onbestemde leeftijd die op...onze furieuze planeet haar
...dagschotel laat volgen met een kopje
koffie.
...Welke van de zeven hemelen
was verantwoordelijk voor haar glimlach?
...Dat een god, welke god ook
Voor wie het
Goed knielen is, haar had bezocht.
In haar tempel had uitgerust.
Zou U hier op in willen gaan?
Wat kan Ik nog zeggen?
Heeft Auden het met behulp van zijn “Mijn God” niet al gezegd?
Maar omdat jij dat wilt, zal Ik er toch op ingaan.
Een vormeloos soort vrouw
Van onbestemde leeftijd
Ieder mens, zonder
enige uitzondering, wordt door God gekoesterd, gezien, bezocht, verwacht, bemind.
die op “onze furieuze planeet”
De onrust, de
vluchtelingestroom, het dodende moslimfanatisme, de intense milieuvervuiling
woeden op deze furieuze planeet, maar dat zegt niets over het bezoek van God aan
de mens
De dagschotel laat volgen met
een kopje
Koffie
Onderschat niet de
aanblik van een mens.
Onderschat niet de gewoonheid.Onderschat niet het onopvallende gedrag.
Welke van de zeven hemelen
Was de oorzaak van haar
glimlach.Maar je werd je ervan bewust
De geestelijke wereld
wordt hier op poëtische wijze aangemerkt als de Oorzaak.
De verborgen God kan
gezien en vermoed worden in de mens, mits je heel goed kijkt en heel nauwkeurig
voelt.
Dat een god, welke god ook
Voor wie het goed knielen is
Auden maakt God groot
door hier een god, welke god ook, zich kenbaar te laten maken
Hij laat hier de mens
wel wat doen om god binnen te kunnen halen.Hij onderschat totaal niet wat hier voor nodig is.
Dat God wacht tot de mens moeite doet, klopt, er voor werkt.
Dat het een wisselwerking is, een lang proces.
Dat de mens daar geluk en voldoening aan kan beleven.
Maar ook: door te knielen, dus de overgave, de bereidheid, de Uw wil geschiedde, het vragen, het wachten, het loslaten.
haar had bezocht
En in haar heiligdom had uitgerust.
Dit is een aparte
blog waard, Mijn zoon.
God, die komt
uitrusten bij de mens.
En om dan bezocht te
worden door God. Na een uitnodiging aan God te ervaren, dat God hier op in
gaat.
De “Mijn God” of de
Mijn Allah of de Atman of de “Mijn Jahweh”, de Godsvonk, “welke god ook” .Die zoveel jaren wacht, en arbeidt, en probeert, en geeft, en hoopt, en wenkt, en zoekt naar de mens, een god kwetsbaar wachtend.
En dan uitrust in het heiligdom van de mens.
Auden brengt hiermee bijna beter dan welke godsdienst ook de mens heel dicht bij God, heel dichtbij, heel dichtbij.
W. H. Auden is
gezegend
Wees jullie allen
gezegend
Nr. 292