Translate

zaterdag 14 november 2015

Wees stil en weet dat Ik God Ben



Mijn God, mag ik U wat vragen?
Soms ben ik zo vreselijk in beslag genomen, dat zelfs met U praten me moeite kost.
Ik weet, dat U in mijn hart verblijft.
Ik weet, dat U daar bent.
Ik weet, dat ik altijd bij U terecht kan.
Waarom lijkt U dan zo ver weg?

Mijn zoon, Ik ben nooit ver weg. Jij gaat regelmatig ver weg.
En dan wacht Ik. Want Ik weet, dat je altijd terugkomt.
Maar jij bent dan weer de wereld ingegaan, en hebt Mij achtergelaten.
Jij maakt je dan zorgen, en hebt Mij dan vergeten.
Jij bent dan op de buitenwereld gericht en voelt niet meer, dat Ik in jouw binnenwereld wacht.
Jij bevindt je dan op het draaiende wiel van het leven en Ik wacht dan in de as van Jouw Zelf.

Mijn God, ik weet het, ik weet het, wat ben ik toch een sukkel.
Ik wil graag proberen wat vaker naar U toe te komen.
Ik wil echt proberen me vaker te herinneren dat U daar bent in mijn hart.
Ik wil me vaker herinneren, dat U daar verblijft in die geheime Innerlijke Burcht.
Dat U op mij wacht in die Rozenhof, dat Prieel van Stilte.
Ik wil graag proberen wat vaker naar U toe te komen.
Zou U me daar bij willen helpen?
Misschien ben ik te brutaal, als ik U vraag om het weer eens heel echt te mogen voelen, dat ik bij U ben, dat ik U ervaar. Ik heb die emotionele ervaring zo nodig.

Mijn zoon, kom dan, en kom met veel aandacht, met veel vertrouwen, met veel stilte.
Kom, en laat de wereld even achter. Je bent welkom.

Ik ga naar die ruimte in de stilte van mijn hart.
En voel niets.
Even ben ik geneigd ongeduldig te zijn en te denken “zie je wel, je wilt te veel”.
Maar dan herinner ik me. En wacht, wacht in stilte.
En het wordt stil om me heen. Er is niets van mijn ego, geen gedachte, geen gevoel, geen besef van ego, alleen een ik-bewustzijn, en dan voel ik God.
Ik voel een grote, liefdevolle aanwezigheid van Ruimte, van Stilte, van intense Rust, van Zijn. En ik ben zo blij, zo blij verrast, dat ik dit mag ervaren en zeg tegen God: “Oh mijn God, bent U daar, bent U daar nog altijd, kan ik echt altijd naar U toekomen, is het waar?”

Het is waar, en je mag vanaf nu elke keer wanneer je dit doet, Mij ervaren. Je mag Mij meemaken, je mag voelen, dat je in Mijn Boezem verkeert, je mag daar op vertrouwen.
Wees gerust, Mijn zoon, je hebt genoeg gepoogd, je hebt genoeg verzaakt, je hebt genoeg gewacht, je hebt genoeg opgeofferd, je hebt genoeg losgelaten.
Kom bij Mij en wees welkom in jouw, want nu Mijn hart.

En al die dagen daarna, elke keer, dat ik het me herinner, en dat probeer ik, raak ik ontroerd, ervaar ik God, ben ik in de Stilte van de Vleesgeworden liefde, in het Koninkrijk Gods op aarde. Gewoon, zo in mijn hart. Zo eenvoudig, zo dichtbij, zo waar, dat ik het niet kan geloven.

Wees jij gezegend.

Wees jullie allen gezegend

Nr. 302