Ik stond onder de douche, en voelde me zeer matig. Ik zou een drukke dag krijgen, had niet zo goed geslapen en was downig. Ik zei tegen Mijn God: “Wat ben ik toch een sukkel en wat vind ik alles gedoe. Ik heb geen zin, ik ben ontevreden over mezelf, ik vind mezelf een onhandige rommelaar. Echt stumpertjeswerk. Daar wilt U zeker wel wat over zeggen?
Mijn dierbare,
geliefde zoon, wat ben je weer streng
voor jezelf. Wat ben je weer meedogenloos en onverdraagzaam. Geef liefde aan jezelf. Geef liefde aan jezelf.
Geef liefde aan jezelf. En als je je dit een jaar lang voorneemt, dan benader
je nog niet de liefde die Ik aan je geef.
“Ach Mijn God, zei ik, de boodschap is wel overgekomen.
Zoveel liefde van U en zo weinig geef ik mezelf. Dank U voor de boodschap. Ik
voel me eigenlijk beter”.
Wees gezegend.
Wees jullie allen
gezegend
Nr. 352