Mijn God, ik vraag U om hier op in te gaan, maar ik heb zo’n vermoeden, dat het antwoord verrassend zal zijn.
Mijn zoon, en zo zal
het zijn, verrassend.
Niet sommige mensen
verliezen diamanten terwijl ze op zoek zijn naar stenen, ALLE mensen. Alle
mensen raken verloren in hun wanen en hun verkeerd gerichte wil, oh zeker niet
altijd, maar wel heel regelmatig. Alle mensen verliezen diamanten, terwijl ze
op zoek zijn naar stenen, denkend dat het diamanten zijn en later ontdekkend
dat het stenen waren en dat ze al zoekend hun diamanten hebben verloren.
Arme mens, arme Don
Quichotte, arme onwetende dolende dwaze naïeveling die de mens is. Maar er
komen op zijn pad ook zoveel verleidingen en mooie en aantrekkelijke zaken, Wij
begrijpen hoe alles gaat. Wij begrijpen de zoekende mens. Wij begrijpen hoe en
waarom hij zich verliest in zijn verlangens. Wij begrijpen alles, altijd en
bekijken de mens met de grootst mogelijke liefde, met een liefde en
verdraagzaamheid en wijsheid en mildheid waar de mens geen benul van heeft hoe
groot die is.
Hoe kan het ook
anders? God de Schepper en Diens kleine voormalige aap, klein onnozel schepsel.
Kleine mens die door zijn diamanten te verliezen en teleurgesteld te raken in
zijn stenen die hij hield voor diamanten leert en afleert en zich overgeeft aan
inzicht en wijsheid en een God wordt.
Alle mensen leren in
het leven de diamanten van het leven te waarderen en leren zich niet te vereenzelvigen
met hun stenen, die ze aanzagen voor diamanten en leren vooral het onderscheid
te maken.
De mens is gezegend
in deze zoektocht.
Wees jullie allen gezegend
Nr. 436