Translate

donderdag 5 september 2024

Het verlangen van het innerlijk



De wereld is vol hunkerende zielen die van honger omkomen, terwijl het brood des levens toch bij hen is: de mensen sterven zoekend naar juist de God die in hen woont. De mensen zoeken naar de schatten van het koninkrijk met verlangende harten en met vermoeide voeten, terwijl deze schatten alle binnen het directe bereik van het levende geloof liggen (Urantia boek, Leringen van Jezus, 159:3.8).

Tja, mooie tekst toch en denk ik zo waar. Zelfs de grootste atheïsten voelen zich verloren in deze grote en risicovolle wereld. En natuurlijk kun je je vastklampen aan een partner, de kinderen, werk, fanatieke hobby’s en heel hard roepen dat je gelukkig bent en niks nodig hebt verder, en zeker geen geloof. Maar ik geloof ze niet, zeker als ik dit lees. Zou U hier op in willen gaan, aub?

Wij kijken in de geest van de mens, in zijn hart, in zijn innerlijk. En hoe waar is het wat Christus zei. Hoe kan het ook anders? Hij was in Zijn aardse leven nauw verbonden met Zijn God, dus behalve in de hof van Gethsemane, in Zijn grote beproeving, nooit eenzaam. Hij verkeerde met God, dag en nacht.

En nu de mens. Zeker de westerse mens, en zeker de ongelovige westerse mens. Wat een  treurigheid, zou je kunnen zeggen. Het vastklampen aan de materie, het lichaam, vakanties, de ratio. Maar het is niet  treurig. Wij in de  geest vinden het aandoenlijk. Want de ongelovige mens ontkent zijn diepste wens terug te keren naar de Vader-Moeder God, niet meer eenzaam te zijn. Maar hij heeft dat onder het kleed van zijn eigenwaan geschoffeld. Aandoenlijk.

Maar laten we het niet hebben over de ongelovige mens, daar zijn al blogs aan gewijd. Laten We het hebben over de mens die verlangt naar God.

Gelukkig mens die verlangt naar God en dit ook voelt met heel zijn wezen. Dit verlangen is een garantie voor toekomstig succes, en het bewijs van het bestaan van God. Levensbrengend Principe, Sleutel tot Geluk, Troost  in bange dagen, Enige Ware Zuivere en Liefdevolle aanwezigheid in de mens. Zo dichtbij, zo aanwezig, zo wachtend op de mens die verder kijkt dan zijn neus lang is, die zoekt in zijn innerlijk en niet in uiterlijke godsdiensten of voorgangers en goeroes. Gezegend de mens die God weet in zijn innerlijk, die bewust luistert naar De Stille Stem van binnen. Gezegend de mens die niet meer eenzaam is, omdat hij God weet in zijn hart.

En natuurlijk ook gezegend alle andere mensen, eens komen ze achter de Grote Waarheid, is het niet in het aardse leven, dan wel in het leven na de fysieke dood. Die belofte ligt daar.

Wees jullie allen gezegend

Nr. 572