Titus Brandsma
Ik zou willen, dat ik dat tegen U gezegd had. Wat ontroerend en vol overgave praat Titus Brandsma met Zijn God.
Waarom zeg je het niet tegen Mij?
Graag.
Ik houd van U. Ik dank U. Ik ben blij met U. Ik zou willen, dat ik altijd met U in gesprek kan zijn en de liefde voelen, die ik nu voel. Ik voel Uw zegen, ik zie Uw kracht, ik voel Uw genegenheid, Uw ruimte, Uw genade. Ik dank U. Ik dank U.
Vandaag was zo’n mooie dag, vol beloften. Beloften van U die uitgekomen zijn. Vol warmte naar andere mensen. Vol geluk over dat ik U ken. Vol inspiratie. Mijn gebeden klopten beter met het leven. Ik voel me gezegend. Ik ben gezegend. Ik kijk uit naar Uw grotere invloed in mijn leven. Ik verlang naar Uw nabijheid. Ik was momenten vandaag zo blij, als ik even met U kon praten. Als ik even niet afgeleid werd, als ik Uw stem hoorde en Uw terugkerende geruststelling. Ik kan de mensen niet zeggen hoe Uw woorden “wees gerust, Mijn zoon” me warmen als ik weer eens tob of bang ben. Of als ik me zorgen maak, of ergens tegen opzie. Of als ik mezelf veroordeel of boos ben op mezelf. Die woorden van U “wees gerust, Mijn zoon”. Oh, hoe kan ik de mensen ooit vertellen, wat er mogelijk is in een mensenleven, wanneer men zich richt tot Diens God en in gesprek raakt en opgetild wordt en gekoesterd, dag en nacht.
Ik houd van u, ik verlang naar U, ik wil me graag nog meer openstellen en U vertrouwen en me zuiveren, en me minder laten afleiden, zodat U nog dichter bij mij kunt komen.
Dank U, Mijn God, dank u.
Wees gezegend om jouw woorden, je wordt door Mij gekoesterd. En vertrouw erop, dat Ik kenbaar maak en zal maken wat Ik met je wil gaan doen.
En vertel de mensen dat zij allen gekoesterd worden door hun “Mijn God”, door Hun God, door God.
Wees jullie allen gezegend
Nr. 54