"De wereld is vol hunkerende zielen die van honger omkomen, terwijl het brood des levens toch bij hen is; de mensen sterven zoekend naar juist de God die in hen woont" *
Ik zou U willen
vragen, dit is toch gewoon een dramatische tekst? Zo verschrikkelijk, dat
mensen de kern van hun bestaan, U Zelf, ver weg in de kosmos zoeken of zelfs
ontkennen? U moet dit toch verschrikkelijk vinden?
Zou U hier op in willen gaan?
Dat doe Ik.
Wees gerust, mijn
zoon, wees gerust. God vindt dit niet
verschrikkelijk, ook al is de situatie eigenlijk wel absurd.
Daar loopt de mens op
aarde en denkt, dat zijn God zich ver weg in de kosmos bevindt en dat God zich
onvoldoende bekommert om hem. Of deze mens ervaart dat zijn God ver weg voelt
en hij denkt dat hij toch wel heel alleen is in deze boze buitenwereld.
Of daar loopt de mens
op aarde en denkt dat alles zomaar ontstaan is uit een oerknal, dat bij de
fysieke dood alles ophoudt en dat God niet bestaat. Terwijl God hem
tegelijkertijd met Diens wil en kracht en macht en energie in leven houdt. Toch vindt God dit niet verschrikkelijk, en Ik zal je vertellen waarom.
Voor alles is een tijd.
De mens die God ver
weg in de kosmos zoekt en niet weet, dat God zich in hem bevindt, dat God wacht
om met hem in gesprek te gaan, zo dichtbij als een vriend. Deze mens is gewoon
op de weg van de menselijke evolutie, die tijd om de innerlijke God te ervaren
komt vanzelf wel. Sterker nog, die is nu aan het komen.
En de mens die God
ontkent past in een tijd, dat de menselijke samenleving en de mens zelf
losgemaakt moeten worden van de wurgende en benauwende banden van vele
godsdienstvormen. Ook dat is slechts tijdelijk, ook deze tijd zal voorbij gaan.
Voor de hele
toekomstige mensheid zal de innerlijke God de levende realiteit worden.
En beide mensentypen
uit het heden zullen na hun dood nog
alle tijd krijgen om de innerlijke God te gaan ervaren. En ervaren wat de goede
Jezus tweeduizend jaar geleden verkondigde,
dat de mens in gesprek kan gaan met een zeer nabije God als een kind met diens
vader of moeder. En nu dus zelfs met de Godsvonk in het eigen hart.
Wees jullie allen
gezegend
*Het leven van Jezus , Urantiaboek p. 1766
Nr. 378